Agility.

 

Wie kan deelnemen aan deze lessen?


 Trainingsuren.

Gevorderden van 9u30 tot 11 uur
Beginners van 11 uur tot 12 uur.

 

Toelatingsproef.

 

 

 

 

 

 

 

Laatste aanpassing 8 april 2011

 

Overzicht van de opgelegde oefeningen :

-          Slalom in looppas over hele lengte terrein � in vrijheid + enthousiast (15p)

-          Volgoefening uit gehoorzaamheid B-klasse � halve cirkel � in vrijheid (15p)

-          Oproepen over de volledige lengte van het terrein (10p)

-          Hond achterlaten, in zit, tot op afstand 3 m (10p)

-    Hond laten zitten en de geleider moet rond zijn hond gaan, de oefening is in vrijheid (10p)

-          Geleider laat hond over sprong springen + door band (20p � 10/toestel)

-          Vrij spelen met hond op het terrein � rondlopen + volledig terrein benutten � oproepen op commando + aan de voet vragen (10p)

 

Tijdens het uitvoeren van de testen komen de geleiders individueel op het terrein.
De andere deelnemers stellen zich op in de gang tussen de terreinen.

Om te slagen in deze toelatingsproef moet men :

-          op elke oefening moet men de helft halen;

-          in totaal moet er 60% behaald worden.

 

1.     Slalom in looppas over de hele lengte van het terrein (15p).

De kegels worden opgesteld over de volledige lengte van het terrein met een afstand van circa 3 m tussen de kegels. De geleider slalomt in looppas. De hond is in vrijheid en moet de geleider volgen. De geleider mag enthousiast tegen zijn hond bezig zijn en zeggen wat hij/zij wil. De hond moet niet perfect dicht lopen wel aandacht hebben voor zijn baas.
Het gebruik van voedsel of speelgoedje is niet toegestaan.

2.     Volgoefening in vrijheid uit gehoorzaamheidprogramma B-klasse (15p).

De opstelling en uitvoering is dezelfde als deze in de overgangproef van de B naar de C klas uit het gehoorzaamheidsprogramma.
(geleider mag een speelgoedje gebruiken maar geen voedsel)

3.     Oproepen (10p).

De geleider laat zijn/haar hond achter in vrijheid en stelt zich op aan de andere kant van het terrein
, de hond wordt niet vastgehouden. Op teken van de instructeur roept de geleider zijn hond bij zich. De geleider mag zich niet verplaatsten wel een speelgoedje gebruiken.

4.     Hond achterlaten in de houding zit (10p).


De geleider laat de hond achter in de houding zit en verwijdert zich tot op 3 m, op teken van de instructeur gaat de geleider terug naar zijn hond (ongeveer 15 tellen).

5. Hond laten zitten, de geleider rond zijn hond (10p).

De geleider laat zijn hond zitten en gaat in gewone pas rond zijn/haar hond. De hond mag niet veranderen van houding of ronddraaien. Deze oefening is in vrijheid.

 

6.     Geleider laat de hond springen (20p).

Er wordt 1 enkele sprong opgesteld en de geleider laat zijn hond erover springen. De geleider kiest de beste manier om zijn hond zover te krijgen dat deze erover springt.
Idem met de hond door de band te krijgen.

7.     Vrij spelen (10p).

De geleider lijnt zijn hond af en speelt met de hond waarbij het volledige terrein benut wordt. Op teken van de instructeur roept de geleider zijn hond bij zich en vraagt een voet.